Onderzoek naar de 4 ethers in het spectrum van de zon

In de tweede natuurwetenschappelijke cursus (GA 321), zegt Rudolf Steiner dat we in het spectrum de verschillende ethersoorten kunnen waarnemen. In het geel/rood vinden we de warmte-ether, in het wit de lichtether en in het blauw/violet de chemische of klank-ether.

Het is nu gelukt om, door 2 spectra met elkaar te laten overlappen, ook het magenta zichtbaar te maken. Hierin werd naar gehoopt en verwacht ook de levensether waarneembaar.

We beginnen op deze dag met enkele voorbereidende oefeningen. Dan wordt het spectrum tot verschijnen gebracht, waarna we gaan proberen om tot eerste waarnemingen te komen van de verschillende ethersoorten.

Dit lukt in deze tijd de meeste mensen. We hebben namelijk onbewust al waarnemingen van het bovenzinnelijke. Te denken is aan de uiitspraak: "Er gaat me een lichtje op". Dit is een ervaring van de lichtether, bij de meeste mensen boven het achterhoofd. Een ervaring die ieder mens kent is een herinnering die net niet helemaal terugkomt. "Ik heb hem bijna!" Of: je weet dat het niet gaat lukken. Hoe neem je dat waar, hoe weet je dat? Dat kan je alleen zeggen vanuit een waarneming. Als hij wel direct terugkomt neem je het herinneringsproces niet waar omdat je aandacht naar de inhoud gaat (net als bij het denken). Als de inhoud niet komt neem je de leegte waar, het uitreiken, of zoeken of tasten. Er is beginnend contact. Je weet dat het niet lukt omdat dat beginnende contact er niet is. Dit is een min of meer visuele waarneming. De herinnering kan ook in woordvorm terugkomen: "Het ligt op het puntje van mijn tong".

Dit zijn waarnemingen in het eigen etherlichaam. De oefeningen waar we mee beginnen zijn bedoeld om deze waarnemingen te versterken en meer in het bewustzijn te krijgen.